International Chemical Safety Cards

GLYCEROL ICSC: 0624

Glycerine
1,2,3-Propaantriol
1,2,3-Trihydroxypropaan
C3H8O3 / CH2OHCHOHCH2OH
Molecuulmassa: 92.1
ICSC nr: 0624
CAS nr: 56-81-5
RTECS nr: MA8050000
28.03.1996 Goedgekeurd in vergadering van experten
SOORTEN GEVAAR/ BLOOTSTELLING ONMIDDELLIJK GEVAAR/ SYMPTOMEN VOORKOMEN EERSTE HULP/
BRANDBLUSSEN
BRAND Brandbaar. Er komen irriterende of giftige dampen (of gassen) vrij tijdens een brand.
GEEN open vuur.
Poeder, alcohol-bestendig schuim, sproeistraal van water, koolzuurgas.
ONTPLOFFING

In geval van brand: vaten, enz., koel houden door te besproeien met water.
BLOOTSTELLING
VOORKOM VORMING VAN NEVELS!

  • Inademing
  • Hoesten.
    Verluchting.
    Frisse lucht, rust.
  • Huid
  • Droge huid.
    Beschermende handschoenen.
    Verwijder besmette kledij. Spoel de huid met veel water of neem een douche.
  • Ogen
  • Roodheid. Pijn.
    Stof- of spatbril.
    Eerst gedurende verschillende minuten spoelen met veel water (indien mogelijk contactlenzen wegnemen), dan naar een (oog)arts brengen.
  • Inslikken
  • Misselijkheid. Braken.
    Niet eten, drinken of roken tijdens het werk.
    Spoel de mond. Veel water laten drinken. Rust. Raadpleeg een arts.
    OPRUIMEN VAN GEMORSTE STOF OPSLAG VERPAKKING & ETIKETTERING
    Verluchting. Vang weglekkende vloeistof op in afgedekte vaten. De overblijvende vloeistof in zand of inert materiaal laten opslorpen en naar een veilige plaats voeren.
    Gescheiden van sterk oxiderende stoffen. Droog.

    R:
    S:
    LEES BELANGRIJKE INFORMATIE OP DE ACHTERZIJDE
    ICSC: 0624 Gemaakt binnen het kader van de samenwerking tussen het Internationaal Programma over Chemische Veiligheid en de Commissie van de Europese Gemeenschappen (C) IPCV, CEG 2002

    International Chemical Safety Cards

    GLYCEROL ICSC: 0624

    B
    E
    L
    A
    N
    G
    R
    I
    J
    K
    E


    G
    E
    G
    E
    V
    E
    N
    S

    FYSISCHE TOESTAND; VOORKOMEN:
    WATERAANTREKKENDE, STROPERIGE, KLEURLOZE VLOEISTOF .

    FYSISCHE GEVAREN:


    CHEMISCHE GEVAREN:
    De stof ontleedt bij verhitting met vorming van bijtende acroleine dampen. Reageert met sterk oxiderende stoffen waardoor brand- en ontploffingsgevaar ontstaat. Reageert hevig met zuuranhydrides in aanwezigheid van een katalysator.

    BLOOTSTELLINGSGRENZEN:
    Drempelwaarde: 10 mg/m3 nevel (ACGIH 2002).


    WIJZE VAN OPNAME:
    De stof kan in het lichaam worden opgenomen door inademing van een nevel.

    INADEMINGSRISICO:
    Verdamping bij 20°C is verwaarloosbaar; een hinderlijke concentratie van in de lucht zwevende deeltjes kan echter snel bereikt worden bij sproeien.

    EFFECTEN BIJ KORTSTONDIGE BLOOTSTELLING:
    De stof is irriterend voor de ogen , de huid en de luchtwegen.

    EFFECTEN BIJ LANGDURIGE OF HERHAALDE BLOOTSTELLING:
    FYSISCHE
    EIGENSCHAPPEN
    Ontleedt beneden het kookpunt bij 171°C
    Smeltpunt: 18.2°C
    Relatieve dichtheid (water = 1): 1.26
    Oplosbaarheid in water: mengbaar
    Dampspanning, Pa bij 20°C: <0.1
    Relatieve dampdichtheid (lucht = 1): 3.17
    Vlampunt: 177°C (open vat)
    Zelfontbrandingstemperatuur: 370°C
    Ontploffingsgrenzen, vol% in lucht: 0.9-?
    Octanol/water verdelingscoëfficiënt als log Pow: -1.76
    MILIEUGEGEVENS

    N O T A ' S
    Raadpleeg eveneens ICSC kaart 0090, acroleine.
    NFPA gevarencode: H1; F1; R0.
    BIJKOMENDE INFORMATIE
    Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling die in België van toepassing zijn
    ICSC: 0624 GLYCEROL
    (c) IPCV, CEG 2002
    WETTELIJKE KENNISGEVING: Noch de CEG, noch het IPCV, noch de vertalers, noch enige persoon die optreedt voor de CEG of het IPCV zijn verantwoordelijk voor het gebruik dat van deze informatie zou kunnen worden gemaakt. Deze kaart geeft de visie weer van de groep van experten die in het kader van het International Programme on Chemical Safety de kaarten samenstellen en evalueren en kan afwijken van de door nationale wetgeving gedane aanbevelingen of verplichtingen. De gebruiker wordt dus verzocht om de voorschriften in zijn land te raadplegen en op te volgen.
    (c) IPCV, CEG 2002