June 28, 2005

Bush belooft plechtig dat VS het terrorisme in Irak zal verslaan

Wat volgt is een officieuze vertaling. Zij wordt uitsluitend ter beschikking gesteld voor het gemak van de lezer. Public Affairs Afdeling, Ambassade van de V.S. te Brussel.

President Bush beloofde plechtig dat de VS het terrorisme in Irak zal blijven bestrijden en zal blijven toezien op de verspreiding van democratie, welvaart en hoop in het Midden-Oosten.

In zijn toespraak van 28 juni zei Bush dat de invoering van de democratie in Irak het Amerikaanse offer waard is omdat succes in Irak vitaal is voor de veiligheid van de VS en de vrede in de wereld.

Zowel de Iraakse als de buitenlandse terroristen “weten dat de vrijheid, naarmate zij wortel schiet in Irak, miljoenen in het Midden-Oosten zal inspireren om op hun beurt hun vrijheid op te eisen. En naarmate de democratie, de welvaart en de hoop in het Midden-Oosten groeien, zullen de terroristen hun geldschieters, hun rekruten en hun hoop verliezen om die regio in te richten als een basis voor aanvallen op Amerika en onze bondgenoten in heel de wereld,” zei Bush.

De president zei dat de terroristen ondanks hun “barbaars geweld” hun strategische doelen niet bereiken. Alleen als de VS de lessen van 11 september 2001 vergeet, hebben de terroristen enige kans op slagen – en dat zal niet gebeuren zolang ik president ben, beloofde Bush.

Bush merkte op dat de Iraki’s sinds de overdracht van de soevereiniteit een jaar geleden een overgangsregering hebben gekozen, een grondwet opstellen en nieuwe verkiezingen plannen tegen eind 2005. Hij wees erop dat het onderwijs en de gezondheidszorg verbeterd zijn en dat er vooruitgang wordt geboekt bij de wederopbouw van de infrastructuur. Meer dan 30 landen hebben troepen in Irak en vele andere leveren niet-militaire hulp, zei Bush.

“Tot nog toe hebben zowat 40 landen en drie internationale organisaties samen 34 miljard dollar toegezegd voor de Iraakse wederopbouw,” zei Bush. “En volgende maand komen de donorlanden bijeen in Jordanië om de Iraakse wederopbouw te steunen.”

Op de vraag wanneer Amerika zijn troepen uit Irak zou terugtrekken antwoordde Bush dat de opgave van een uiterste datum “een ernstige vergissing” zou zijn omdat hij het Iraakse volk, de Amerikaanse militairen en de terroristen op die manier een verkeerd signaal zou sturen.

Hij zei tevens dat de VS op dit ogenblik niet meer troepen naar Irak moet sturen.

“Door meer Amerikanen te sturen ondermijnen we onze strategie om de Iraki’s aan te moedigen het voortouw te nemen in deze strijd. En meer Amerikanen sturen zou aangeven dat we van plan zijn voor altijd te blijven – terwijl we in feite toewerken naar de dag dat Irak zichzelf kan verdedigen en wij kunnen vertrekken,” zei hij.

Om de Iraakse veiligheidstroepen te versterken zet de VS drie stappen, aldus Bush:

- coalitietroepen aan Iraakse eenheden koppelen om de Iraki’s te tonen “hoe het meest professionele leger ter wereld de strijd aanpakt”;

- overgangsteams van de coalitie inbedden in Iraakse eenheden “om de Iraakse eenheden advies en bijstand te verlenen op het slagveld tijdens de gevechtsoperaties zelf”; en

- samenwerken met de Iraakse ministeries van Defensie en Binnenlandse Zaken om hun coördinatie van de anti-terreuroperaties te verbeteren.

Op het politieke front zei Bush dat de Iraakse grondwetcommissie van plan is meer soennitische arabieren in te schakelen en dat veel soennieten die zich in januari verzetten tegen de verkiezingen, nu deelnemen aan het politieke proces.

“Naarmate de Iraki’s vaststellen dat hun militairen in staat zijn hen te beschermen zullen er meer opstaan met vitale inlichtingen om de vijanden van een vrij Irak te helpen verslaan. De combinatie van politieke en militaire hervormingen zal een stevige fundering vormen voor een vrij en stabiel Irak,” zei Bush.

Wat volgt is een transcriptie van de toespraak van Bush.
HET WITTE HUIS
Persdienst
(Fort Bragg, North Carolina)
Voor onmiddellijke publicatie

28 juni 2005

TOESPRAAK VAN DE PRESIDENT OVER DE OORLOG TEGEN HET TERRORISME

Fort Bragg, North Carolina

20:02 EDT

DE PRESIDENT: Dank u. Gaat u zitten alstublieft. Goedenavond. Ik ben erg blij met mijn bezoek aan Fort Bragg, de thuishaven van de luchtlandingstroepen en Special Operations. Het is een eer u vanavond te mogen toespreken.

Mijn grootste verantwoordelijkheid als president is de bescherming van het Amerikaanse volk. Dat is ook uw roeping. Ik dank u voor uw inzet, uw moed en uw offers. Ik dank ook uw gezinnen, die u steunen in uw vitale taak. De militairen en de gezinnen van Fort Bragg hebben enorm bijgedragen tot onze inspanningen om ons land te beschermen en de vrede te promoten. Amerika en uw opperbevelhebber zijn u dankbaar.

Onze soldaten vechten hier en in heel de wereld een internationale oorlog tegen het terrorisme uit. Op 11 september 2001 spoelde die oorlog aan op onze kust. De terroristen die ons aanvielen – en de terroristen waarmee we worden geconfronteerd – moorden in naam van een totalitaire ideologie die de vrijheid haat, verdraagzaamheid verwerpt en afwijkende meningen verafschuwt. Zij willen het Midden-Oosten herschapen naar hun eigen, meedogenloos beeld van tirannie en onderdrukking – door regeringen omver te werpen, ons uit de regio te verdrijven en de terreur te exporteren.

Om die doelen te bereiken zijn ze blijven moorden – in Madrid, Istanbul, Djakarta, Riyadh, Casablanca, Bali en elders. De terroristen geloven dat vrije samenlevingen in wezen corrupt en decadent zijn, en dat zij ons met een paar harde slagen kunnen verjagen. Zij vergissen zich. Na 11 september heb ik het Amerikaanse volk een plechtige belofte gedaan: dit land zal niet wachten tot het opnieuw wordt aangevallen. Wij zullen onze vrijheid verdedigen. Wij zullen onze vijanden bekampen waar zij zich bevinden.

Irak is het jongste slagveld in deze oorlog. Veel terroristen die onschuldige mannen, vrouwen en kinderen ombrengen in de straten van Bagdad, zijn volgelingen van dezelfde moorddadige ideologie die onze burgers in New York, Washington en Pennsylvania van het leven heeft beroofd. Er staat ons geen andere weg open: we moeten ze buiten onze grenzen verslaan voordat ze ons op ons eigen grondgebied aanvallen. De bevelhebber die de operaties van de coalitietroepen in Irak leidt – en ook eerstaanwezend bevelhebber op deze basis is – generaal John Vines, sloeg de nagel op de kop toen hij onlangs zei: “Of we pakken de terroristen en de extremisten aan buiten onze grenzen, of we zullen ze moeten aanpakken terwijl ze op ons afkomen.”

Onze missie in Irak is duidelijk. Wij jagen de terroristen op. Wij helpen de Iraki’s bij de uitbouw van een vrij land dat een bondgenoot is in de oorlog tegen het terrorisme. Wij promoten de vrijheid in heel het Midden-Oosten. We nemen een bron van geweld en instabiliteit weg en we leggen de basis voor vrede voor onze kinderen en kleinkinderen.

Het werk in Irak is moeilijk en gevaarlijk. Zoals de meeste Amerikanen zie ik de beelden van het geweld en het bloedvergieten. Elke foto is gruwelijk en het lijden is tastbaar. En ik weet dat de Amerikanen zich temidden van al dat geweld afvragen: is het dat allemaal waard? Ja, het is dat allemaal waard en het is vitaal voor de toekomstige veiligheid van ons land. Vanavond zal ik u uitleggen waarom.

Een deel van het geweld in Irak wordt gepleegd door meedogenloze moordenaars die in Irak neerstrijken om de opmars van de vrede en de vrijheid tegen te houden. Onze militairen melden dat we in Irak honderden buitenlandse strijders uit Saudi-Arabië en Syrië, Iran, Egypte, Soedan, Yemen, Libië en elders hebben gedood of opgesloten. Zij sluiten zich aan bij misdadigers, Iraakse opstandelingen en overlevenden van het Saddamregime die de oude orde willen herstellen. Zij vechten omdat zij beseffen dat het voortbestaan van hun hatelijke ideologie op het spel staat. Zij weten dat de vrijheid, naarmate zij wortel schiet in Irak, miljoenen in het Midden-Oosten zal inspireren om op hun beurt hun vrijheid op te eisen. En naarmate de democratie, de welvaart en de hoop in het Midden-Oosten groeien, zullen de terroristen hun geldschieters, hun rekruten en hun hoop verliezen om de regio in te richten als een basis voor aanvallen op Amerika en onze bondgenoten in heel de wereld.

Sommigen vragen zich af of Irak een cruciaal front is in de oorlog tegen het terrorisme. Daarover bestaat bij de terroristen zelf geen discussie. Luister maar wat Osama Bin Laden zegt: “Deze derde wereldoorlog woedt in Irak en de hele wereld kijkt toe. Hij zal ons jubel en roem brengen, of ellende en vernedering.”

De terroristen weten dat ze versterkt of verslagen uit deze oorlog zullen komen. Dus voeren ze een campagne van moord en vernieling. En het aantal levens dat ze daarvoor willen opofferen, is onbegrensd.

We zien waartoe de vijand in staat is aan de terroristen die bomauto’s tot ontploffing brengen in een drukke winkelstraat in Bagdad en zelfs naast een moskee. We zien waartoe de vijand in staat is aan de terroristen die met een zelfmoordbommenwerper op de school van het ziekenhuis in Mosul invliegen. We zien waartoe de vijand in staat is aan de terroristen die burgers gijzelen en onthoofden, en hun wreedheden uitzenden opdat de hele wereld ze zou zien.

Dit zijn barbaarse wreedheden, maar zij hebben de terroristen niet dichter bij hun strategische doelen gebracht. De terroristen – zowel de buitenlandse als de Iraakse – zijn er niet in geslaagd de soevereiniteitsoverdracht te verijdelen. Zij zijn er niet in geslaagd onze coalitie te breken en onze bondgenoten tot een massale terugtrekking te dwingen. Zij zijn er niet in geslaagd een burgeroorlog te ontketenen in Irak. Zij zijn er niet in geslaagd vrije verkiezingen tegen te houden. Zij zijn er niet in geslaagd de vorming van een democratische Iraakse regering te beletten waarin de Iraakse bevolking in al haar verscheidenheid is vertegenwoordigd. En ze zijn er niet in geslaagd de Iraki’s ervan te weerhouden massaal bij de politie en het leger te gaan om hun pas verworven democratie te verdedigen.

De les die we daaruit moeten trekken, is duidelijk: de terroristen mogen dan al onschuldige mensen ombrengen, zij kunnen de opmars van de vrijheid niet tegenhouden. Onze vijanden kunnen alleen slagen als wij de lessen van 11 september vergeten, als we de Iraakse bevolking overleveren aan mannen als Zarqawi en de toekomst van het Midden-Oosten in handen leggen van mannen als Bin Laden. In het belang van onze nationale veiligheid: dat zal niet gebeuren zolang ik president ben.

Iets meer dan een jaar geleden sprak ik het land toe en beschreef ik de doelstellingen van onze coalitie in Irak. Ik zei dat de Amerikaanse missie in Irak erin bestaat de vijand te verslaan en onze kracht door te geven aan een vriend – een vrije, representatieve regering die een bondgenoot is in de oorlog tegen het terrorisme en een baken van hoop in een deel van de wereld dat snakt naar hervormingen. Ik schetste de stappen die we zouden zetten om dat doel te bereiken: we zouden het gezag overdragen aan een soevereine Iraakse regering, we zouden de Iraki’s helpen met de organisatie van vrije verkiezingen in januari 2005, we zouden de Iraki’s blijven helpen bij de wederopbouw van hun infrastructuur en hun economie, we zouden meer internationale steun vragen voor de Iraakse democratisering en we zouden de Iraki’s in staat stellen hun veiligheid en stabiliteit steeds meer in eigen hand te nemen.

In het voorbije jaar hebben we veel vooruitgang geboekt. Vandaag is het precies één jaar geleden dat we de soevereiniteit hebben overgedragen aan het Iraakse volk. In januari 2005 brachten meer dan 8 miljoen Iraakse mannen en vrouwen hun stem uit in vrije en eerlijke verkiezingen, die tijdig doorgingen zoals gepland.

Wij zetten onze inspanningen om hen te helpen bij de wederopbouw van hun land voort. De wederopbouw van een land na drie decennia tirannie is moeilijk en heropbouwen terwijl er een oorlog woedt, is zo mogelijk nog moeilijker. We vorderen met horten en stoten, maar we vorderen. We verbeteren de wegen, de scholen en de ziekenhuizen. We werken aan de verbetering van basisvoorzieningen zoals sanitaire installaties, elektriciteit en water. En samen met onze bondgenoten zullen wij de nieuwe Iraakse regering helpen de levensstandaard van de Iraki’s te verbeteren.

In het voorbije jaar is de internationale gemeenschap met vitale hulp over de brug gekomen. Zowat 30 landen hebben troepen naar Irak gestuurd en vele andere geven niet-militaire hulp. De VN is in Irak om de Iraki’s te helpen bij de uitwerking van een grondwet en de organisatie van de volgende verkiezingen. Tot nog toe zegden ongeveer 40 landen en drie internationale organisaties 34 miljard dollar toe voor de wederopbouw van Irak. Meer dan 80 landen en internationale organisaties kwamen onlangs bijeen in Brussel met de bedoeling hun inspanningen te coördineren om de Iraki’s efficiënter te kunnen helpen bij de ordehandhaving en de wederopbouw. En volgende maand komen de donorlanden bijeen in Jordanië om de Iraakse wederopbouw te steunen.

Ondanks de meningsverschillen van het verleden begrijpt de wereld dat succes in Irak cruciaal is voor de veiligheid van onze landen. Zoals de Duitse kanselier Gerhard Schröder gisteren in het Witte Huis verklaarde: “Het lijdt geen twijfel dat een stabiel en democratisch Irak in het gevestigd belang van Duitsland, maar ook van Europa is.”

We hebben ten slotte onze inspanningen voortgezet om de Iraakse militairen uit te rusten en op te leiden. Ze zijn nu talrijker en beter getraind. Vandaag telt Irak meer dan 160.000 ordehandhavers, opgeleid en uitgerust voor uiteenlopende taken. De Iraakse militairen hebben dapper gevochten en geholpen bij de gevangenneming van terroristen en opstandelingen in Najaf en Samarra, Fallujah en Mosul. En in de voorbije maand heeft het Iraakse leger onder de naam Operation Lightning een grootschalige anti-terreurcampagne gevoerd in Bagdad, die heeft geleid tot het oppakken van honderden vermeende opstandelingen. Zoals vrije mensen overal ter wereld willen de Iraki’s verdedigd worden door hun eigen landgenoten, en wij helpen de Iraki’s om die plicht te vervullen.

We hebben vorig jaar heel wat vooruitgang geboekt en we weten perfect waar we naartoe willen. Om onze taak te voltooien zullen wij de terroristen en de opstandelingen blijven opjagen. We zullen Al Qaeda en andere buitenlandse terroristen beletten van Irak te maken wat Afghanistan was onder de taliban: een vluchthaven vanwaar ze Amerika en zijn vrienden kunnen aanvallen. De beste manier om onze taak te voltooien bestaat erin de Iraki’s te helpen bij de uitbouw van een vrije natie die zichzelf kan besturen, onderhouden en verdedigen.

Onze toekomststrategie heeft dus zowel een militaire als een politieke component. De belangrijkste taak van onze strijdkrachten is de terroristen opsporen en verslaan, daarom zijn we ook in het offensief. En terwijl we de terroristen opjagen, leiden onze militairen de Iraakse strijdkrachten op om hen in staat te stellen hun volk te verdedigen en de vijand zelf te bestrijden. Onze strategie kan als volgt worden samengevat: naarmate de Iraki’s opbouwen, bouwen wij af.

We hebben vooruitgang geboekt, maar we hebben nog veel werk. Niet alle Iraakse eenheden staan even ver. Sommige kunnen de terroristen en opstandelingen zelf aanpakken. Een groot aantal is in staat met de hulp van de coalitie anti-terreurcampagnes op te zetten en uit te voeren. De rest is in opleiding en nog niet klaar om 100% mee te draaien in de veiligheidsoperaties. Onze taak bestaat erin de Iraakse eenheden volledig klaar te stomen en onafhankelijk te maken. We bouwen de Iraakse strijdmacht zo snel mogelijk op om hen in staat te stellen de leiding te nemen in de strijd tegen de terroristen en de opstandelingen.

Onze coalitie wijdt veel middelen en mankracht aan deze kritieke taak. Duizenden militairen van de coalitietroepen houden zich bezig met de opleiding en de uitrusting van de Iraakse soldaten. De NAVO richt een militaire academie op in de buurt van Bagdad om de volgende generatie Iraakse militaire bevelhebbers op te leiden en 17 landen leveren troepen voor de NAVO-opleidingsmissie. De Iraakse soldaten en agenten worden opgeleid door personeel uit Italië, Duitsland, Oekraïne, Turkije, Polen, Roemenië, Australië en het Verenigd Koninkrijk. Vandaag werken tientallen landen naar een gemeenschappelijke doelstelling toe: een Irak dat zichzelf kan verdedigen, zijn vijanden kan verslaan en zijn vrijheid kan vrijwaren.

Om de Iraakse strijdkrachten verder voor te bereiden om de confrontatie met de vijand, zetten we drie nieuwe stappen. Ten eerste combineren we coalitie-eenheden met Iraakse eenheden. Die teams van coalitie- en Iraakse soldaten voeren samen operaties uit op het terrein. Dankzij die gecombineerde operaties hebben de Iraki’s de gelegenheid om te volgen hoe de meest professionele strijdkrachten ter wereld de strijd aanpakken.

Ten tweede bedden we “coalitie-overgangsteams” in de Iraakse eenheden in. Die teams bestaan uit officieren en onderofficieren van de coalitie, die leven, werken en vechten aan de zijde van hun Iraakse kameraden. Zij staan onder Amerikaans bevel en geven de Iraakse militairen advies en hulp tijdens de gevechtsoperaties op het slagveld. Tussen twee veldslagen door brengen zij de Iraki’s belangrijke vaardigheden bij, zoals stadszuiveringen en spionage-, bewakings- en verkenningstechnieken.

Ten derde werken wij samen met de Iraakse ministeries van Binnenlandse Zaken en Defensie om de coördinatie van de anti-terreurcampagnes te verbeteren. We helpen hen bij de ontwikkeling van bevelvoerings- en controlestructuren. We voorzien tevens in de vorming van burgerlijke en militaire leiders, zodat de nieuwe Iraakse bewindslui hun strijdkrachten efficiënt kunnen aanvoeren in de oorlog tegen het terrorisme.

De nieuwe Iraakse ordehandhavers bewijzen hun moed elke dag. Meer dan 2000 Iraakse militairen hebben hun leven gegeven voor hun land. Duizenden anderen bieden zich aan en volgen een opleiding om hun land te dienen. Elke nieuwe confrontatie hardt de Iraakse soldaten in de strijd, hun officieren doen steeds meer ervaring op. We hebben ondervonden dat de Iraki’s moedig zijn en bijkomende vorming nodig hebben. Daarom bestaat een groot deel van onze taak erin hen te trainen zodat ze hun zaak zelf kunnen verdedigen en onze troepen naar huis kunnen.

Ik besef dat de Amerikanen onze soldaten zo snel mogelijk thuis willen. Ik ook. Sommigen houden vol dat we een uiterste datum moeten bekendmaken voor de terugtrekking van de Amerikaanse troepen. Sta mij toe uit te leggen waarom dat een ernstige vergissing zou zijn. De uitwerking van een artificiële planning zou een verkeerd signaal zijn voor de Iraki’s, die zeker willen zijn dat Amerika niet zal vertrekken voordat zijn taak is volbracht. Het zou een verkeerd signaal zijn voor onze troepen, die zeker willen zijn dat het ons ernst is om de taak te volbrengen waarvoor zij hun leven op het spel zetten. En het zou een verkeerd signaal zijn voor de vijand, die zou weten dat hij alleen maar moet wachten tot we weg zijn. We blijven in Irak zolang we er nodig zijn, maar geen dag langer.

Sommige Amerikanen vragen mij – als de voltooiing van de missie dan toch zo belangrijk is – waarom ik niet meer troepen stuur. Als onze bevelhebbers te land zeggen dat ze meer troepen nodig hebben, zal ik ze sturen. Maar onze bevelhebbers zeggen mij dat ze genoeg soldaten hebben om hun werk te doen. Door meer Amerikanen te sturen ondermijnen we onze strategie om de Iraki’s aan te moedigen het voortouw te nemen in deze strijd. En meer Amerikanen sturen zou aangeven dat we van plan zijn voor altijd te blijven, terwijl we in feite toewerken naar de dag dat de Iraki’s zichzelf kunnen verdedigen en wij kunnen vertrekken. Terwijl wij de juiste mankracht bepalen moeten onze troepen weten dat ik mij zal blijven laten leiden door relevant advies: het nuchtere oordeel van onze militaire leiders.

De andere cruciale pijler van onze strategie is te helpen verzekeren dat de hoop die de Iraki’s uitdrukten in de verkiezingen van januari, zou worden vertaald in een sterke democratie. Het Iraakse volk heeft decennia van tirannie en onderdrukking achter de rug. Onder het regime van Saddam Hoessein werden de sjiieten en de Koerden brutaal onderdrukt en werd ook de overgrote meerderheid van de soennitische arabieren hun basisrechten ontzegd, terwijl de hooggeplaatste ambtenaren van het regime de voorrechten van de ongebreidelde macht genoten. De uitdaging waarmee de Iraki’s vandaag worden geconfronteerd, bestaat erin dit verleden achter zich te laten en de handen in elkaar te slaan om een nieuw Irak voor alle inwoners op te bouwen.

Zij doen dat door de instellingen van een vrije maatschappij uit te bouwen, een maatschappij gebaseerd op vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging, godsdienstvrijheid en gelijkberechtiging. De Iraki’s hebben vrije verkiezingen gehouden en een Nationale Overgangsraad samengesteld. De volgende stap is de redactie van een degelijke grondwet om al die vrijheden te verankeren in duurzame wetten. De Raad is van plan meer soennitische arabieren tot de grondwetcommissie toe te laten. Veel soennieten die tegen de verkiezingen van januari waren, nemen nu deel aan het democratisch proces en dat is essentieel voor de toekomst van Irak.

Na de redactie van de grondwet zullen de Iraki’s de kans krijgen erover te stemmen. Als de grondwet wordt goedgekeurd, gaan de Iraki’s opnieuw naar de stembus om een nieuwe regering te kiezen overeenkomstig hun nieuwe, definitieve grondwet. Door deze kritieke stappen te zetten en hun deadlines te halen zullen de Iraki’s hun multi-etnische maatschappij samensmelten tot een democratie waarin de wil van de meerderheid wordt gerespecteerd en de rechten van de minderheden worden beschermd.

Naarmate de mensen voelen dat de democratische vooruitgang tastbaar en blijvend is, zullen steeds meer Iraki’s deelnemen aan het politieke proces. En als zij zien dat hun militairen in staat zijn hen te beschermen, zullen er steeds meer opstaan met vitale inlichtingen om de vijanden van een vrij Irak te helpen verslaan. De combinatie van politieke en militaire hervormingen zal een stevige fundering vormen voor een vrij en stabiel Irak.

Terwijl de Iraki’s bouwen aan een vrije maatschappij, zijn de effecten ook voelbaar buiten de Iraakse grenzen. Voordat onze coalitie Irak bevrijdde, probeerde Libië in het geheim de hand te leggen op kernwapens. Vandaag heeft de Libische leider zijn programma voor chemische en kernwapens opgegeven. In heel het Midden-Oosten eisen de mensen hun vrijheid op. De voorbije maanden zijn er verkiezingen gehouden in de Palestijnse gebieden en in Libanon. Die verkiezingen inspireren democratische hervormers in landen als Egypte en Saudi-Arabië. Onze strategie om onszelf te verdedigen en de vrijheid te verspreiden, werpt vruchten af. De opkomst van de vrijheid in deze vitale regio zal de voedingsbodem voor extremistische en moorddadige ideologieën wegnemen en ons land veiliger maken.

We hebben nog werk, en er komen nog moeilijke momenten waarin de vastberadenheid van Amerika sterk op de proef zal worden gesteld. We vechten tegen mannen die verblind zijn door haat, over dodelijke wapens beschikken en in staat zijn tot de grootste wreedheden. Zij dragen geen uniform; zij storen zich niet aan krijgswetten of moraliteit. Zij nemen onschuldige levens om chaos te creëren voor de camera’s. Zij proberen onze wil te breken in Irak, zoals ze onze wil probeerden te breken op 11 september 2001. Het zal hen niet lukken. De terroristen begrijpen Amerika niet. Amerika zwicht niet voor dreigementen en laat zijn toekomst niet bepalen door bomauto’s en moordenaars.

Amerika is samen met zijn bondgenoten verzeild in een conflict dat erg veel eist: moed van onze strijdende mannen en vrouwen, vastberadenheid van onze bondgenoten en volharding van onze burgers. We aanvaarden die last, omdat we beseffen wat er op het spel staat. We vechten vandaag omdat Irak de hoop op vrijheid belichaamt in een vitale regio van de wereld en de doorbraak van de democratie zal de ultieme overwinning op extremisme en terreur zijn. En we vechten vandaag omdat terroristen ons land willen aanvallen en onze burgers willen vermoorden, en Irak is de plek waar ze stelling nemen. Dus pakken we ze daar aan; we zullen ze achtervolgen in heel de wereld en we zullen blijven vechten tot het pleit in ons voordeel is beslecht. (applaus)

Amerika heeft nog moeilijke taken tot een goed einde gebracht. Van onze wanhopige strijd voor onafhankelijkheid over de donkerste dagen van een burgeroorlog tot de hardbevochten veldslagen tegen de tirannie in de 20e eeuw: er waren veel gelegenheden waarop we onze moed, onze kalmte of onze weg hadden kunnen verliezen. Maar de Amerikanen hebben altijd voet bij stuk gehouden, omdat ze altijd zijn blijven geloven in bepaalde waarheden. We weten dat het kwade, als het niet wordt beteugeld, sterker en brutaler wordt en terugkeert om opnieuw aan te vallen. We weten dat het juiste antwoord bij zwaar werk niet terugtrekking, maar moed is. En we weten dat dit grote ideaal van menselijke vrijheid, op een speciale manier aan ons toevertrouwd, de moeite waard is om te verdedigen.

In deze tijd van beproeving moeten onze troepen weten dat het Amerikaanse volk achter hen staat. Volgende week heeft ons land de gelegenheid ervoor te zorgen dat die steun wordt gevoeld door elke soldaat, marinier, piloot en grenswachter in elke buitenpost over heel de wereld. Op vier juli vraag ik u op een of andere manier de mannen en vrouwen te danken die onze vrijheid verdedigen – door de vlag uit te hangen, een brief naar onze soldaten aan het front te sturen of de gezinnen van de militairen in uw straat te helpen. Het Ministerie van Defensie heeft een website geopend – AmericaSupportsYou.mil. Daar krijgt u een overzicht van de privé-initiatieven in uw eigen gemeenschap. Laten we ons nu, terwijl we onze vrijheid vieren, achter de mannen en vrouwen scharen die ons verdedigen.

Aan de soldaten in deze zaal, en onze mannelijke en vrouwelijke militairen over heel de aardbol: ik dank u voor uw moed in de strijd en de manier waarop u uw plicht tegenover uw land vervult. Ik dank de familieleden van onze militairen – het kruis van de oorlog is vooral voor u zwaar om dragen. In deze oorlog hebben we brave mannen en vrouwen verloren, die hier vertrokken om de vrijheid te verdedigen en de reis terug niet meer mogen meemaken. Ik heb families ontmoet die rouwden om het verlies van geliefden die ons veel te snel zijn ontrukt. Ik heb mij opgetrokken aan hun kracht in het aanschijn van hun onmetelijk verlies. Wij bidden voor de familieleden. En de beste manier om de nagedachtenis van de gesneuvelden te eren, is onze taak te voltooien.

Ik dank diegenen onder u die opnieuw dienst hebben genomen op een ogenblik dat uw land u nodig heeft. En aan hen die vandaag toekijken en een militaire loopbaan overwegen: er is geen hogere roeping dan dienst nemen in onze strijdkrachten. We leven in vrijheid omdat elke generatie patriotten heeft voortgebracht die bereid waren te sterven voor een zaak die groter was dan zijzelf. Zij die vandaag hun land dienen, hebben hun rechtmatige plaats bij de grootste generaties die ‘s lands uniform hebben gedragen. Wanneer de geschiedenis van deze periode wordt geschreven, zullen de bevrijding van Afghanistan en de bevrijding van Irak worden herinnerd als grote keerpunten in het vrijheidsverhaal.

Na 11 september 2001 vertelde ik het Amerikaanse volk dat de weg voor ons zwaar zou zijn, en dat we zouden overwinnen. Wel, het is zwaar – en we winnen. Onze vijanden zijn brutaal, maar zij zijn geen partij voor de Verenigde Staten van Amerika en voor de mannen en vrouwen van de Amerikaanse strijdkrachten.

God zegene u allen. (applaus)

(Distributed by the Bureau of International Information Programs, U.S. Department of State.)